Algemene voorwaarden

ARTIKEL 1 VRACHTBETALING

1. De afzender is verplicht op het ogenblik dat hij de vrachtbrief overhandigt, dan wel op het ogenblik dat de zaken door de vervoerder in ontvangst zijn genomen, de vracht en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen.

2. Indien ongefrankeerde zending is overeengekomen, is de geadresseerde bij de aflevering van de zaken door de vervoerder verplicht de vracht, het uit anderen hoofde ter zake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken drukkende kosten te voldoen; indien hij deze op eerste aanmaning niet voldeed, is de afzender hoofdelijk met hem tot betaling verplicht. Indien de afzender bij ongefrankeerde verzending op de vrachtbrief heeft vermeld, dat zonder betaling van de vracht, van het uit anderen hoofde ter zake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten niet mag worden afgeleverd, moet de vervoerder, indien geen betaling plaats vindt, de afzender nadere instructies vragen die hij moet opvolgen, voor zover hem dit redelijkerwijs mogelijk is, tegen vergoeding van kosten, schade en eventueel betaling van een redelijke beloning, tenzij deze kosten door zijn schuld zijn ontstaan.

3. De vervoerder is gerechtigd om alle noodzakelijk gemaakte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten ter incasso van de vracht en andere bedragen, zoals genoemd in leden 1 en 2, aan degene die gehouden is tot betaling van de vracht en andere kosten, in rekening te brengen. De buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is en de vordering ter incasso uit handen is gegeven.

4. De vracht, het uit anderen hoofde ter zake van het vervoer verschuldigde en verdere op de zaken rustende kosten zijn ook verschuldigd indien de zaken niet, slechts ten dele, beschadigd of met vertraging ter bestemming worden afgeleverd.

5. Beroep op verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, van het uit anderen hoofde ter zake van het vervoer verschuldigde of van verdere op de zaken drukkende kosten met vorderingen uit anderen hoofde is niet toegestaan.

6. Indien de afzender niet aan zijn in het onderhavige artikel genoemde verplichtingen heeft voldaan, is de vervoerder bevoegd het vertrek van het vervoermiddel op te schorten en alsdan wordt de hierdoor voor hem ontstane schade als op de zaken drukkende kosten aangemerkt.

ARTIKEL 2 RETENTIERECHT

1. De vervoerder heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en documenten, die hij in verband met de overeenkomst onder zich heeft. Dit recht komt hem niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de zaken ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de afzender de zaken ter beschikking te stellen.

2. Het retentierecht heeft mede betrekking op hetgeen bij wijze van rembours op de zaken drukt alsmede op de hem in verband met het rembours toekomende provisie, waarvoor hij geen zekerheid behoeft te aanvaarden.

3. Tegenover de afzender kan de vervoer- der het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande overeenkomsten.

4. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande overeenkomsten toetrad, kan de vervoerder het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is in verband met die overeenkomsten.

5. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte over welks verschuldigdheid partijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te stellen.

ARTIKEL 3 PANDRECHT

1. Alle zaken, documenten en gelden, die de vervoerder in verband met de overeengekomen werkzaamheden onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste van de afzender heeft.

2. Behoudens in de gevallen waarin de afzender in staat van faillissement verkeert, hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, heeft de vervoerder nimmer het recht de verpande zaken te verkopen zonder toestemming van de rechter overeenkomstig art.3:248 lid 2 BW.

ARTIKEL 4 VERTRAGINGSRENTE

Partijen zijn over een door hen verschuldigd bedrag wettelijke rente verschuldigd op voet van art. 6:119 BW.